Reflectie


Reflectie op zaken met betrekking tot Israël. Verhelderend, scherpend, vormend. Dat is het doel van deze reflecties.


Reflectie 1 • NT-OT

Heb je vijanden lief (Mattheüs 5:44). Deze woorden worden vaak aangehaald als tegenreactie op de respons van Israël op de acties van Hamas, Hezbollah en gelieerd. Een reflectie.

NT-OT. Het is goed te realiseren dat ‘heb je vijanden lief’ woorden zijn van de Heere Jezus gesproken tegen Zijn discipelen, Zijn navolgers. Dus woorden uit het Nieuwe Testament. En aan mensen van wie verwacht wordt gehoor te geven aan 'heb je vijanden lief', als navolgers. Alleen, het merendeel van Israël rekent enkel met het Oude Testament en erkent de Heere Jezus nog niet als de Messias, de Christus.

Reflectie. (a) Kunnen NT-navolgers van Christus het ‘heb je vijanden lief’ opleggen aan OT-navolgers van de HEERE God? (b) Is dat meten met twee maten? (c) Wat betekent navolging van Christus hierin? (d) Wie heeft recht van spreken?


Reflectie 2 • Heb lief!

Heb je vijanden lief (Mattheüs 5:44). Deze woorden worden vaak aangehaald als tegenreactie op de respons van Israël op de acties van Hamas, Hezbollah en gelieerd. Een reflectie.

Heb lief! Het staat er gebiedend. Volgend op vers 43, waar de Heere Jezus woorden aanhaalt uit het OT, Leviticus 19:18: je moet je naaste liefhebben als jezelf. In Leviticus wordt met ‘je naaste’ bedoeld ‘je volksgenoten, je verwanten’. Met andere woorden: als je je naaste volksgenoot, je naaste verwant liefhebt, dán - zegt Jezus - gebied Ik je ook je vijanden lief te hebben. Dus duidelijk een stap verder. Het tweede (NT) volgt op het eerste (OT), het tweede staat niet los van het eerste, het eerste gaat altijd vooraf aan het tweede.

Reflectie. (a) Waaruit blijkt of Israël zijn volksgenoten liefheeft of niet? (b) Hoe gaat Israël om met de minderheidsgroepen in zijn land (Israëlische Arabieren 21%, Druzen 1,6%, Bedoeïenen 2,7%, Circassiers 0,05%)? (c) Hoe doet Nederland het in deze zaken? (d) Hoe sta jij zelf in deze zaken? (e) Wie heeft recht van spreken?


Reflectie 3 • Vijanden

Heb je vijanden lief (Mattheüs 5:44). Deze woorden worden vaak aangehaald als tegenreactie op de respons van Israël op de acties van Hamas, Hezbollah en gelieerd. Een reflectie.

Vijanden. Letterlijk: ruïneerders. Het bijzondere is dat in het Grieks dit woord ‘vijand, ruïneerder’ is afgeleid van een woord dat zowel het passief ‘haten’ als het actief ‘vijand-zijn’ betekent. De vraag is op welke vijanden de Heere Jezus doelt. Laten we kijken naar vers 43, waar het in een adem gaat over het liefhebben van je naaste volksgenoten, verwanten (reflectie 2) én het haten van je vijanden. Naaste en vijanden worden met elkaar verbonden. Het lijkt logisch dat beide zinsdelen dan ook betrekking hebben op volksgenoten, verwanten. En dat vervolgens vers 44 eveneens gaat over het liefhebben van je vijanden binnen je volksgenoten, verwanten. Denk ook aan de weerspiegeling van de geestelijke oorlogvoering met de fysieke oorlogvoering.

Reflectie. (a) Wie zijn Israëls vijanden binnen zijn volksgenoten en buiten zijn volksgenoten? (b) Hoe gaat Israël met deze vijanden om? (c) Hoe zijn deze zaken in Nederland? (d) Hoe sta jij tegenover je vijanden? (e) Hoe weerspiegelt de geestelijke oorlogvoering de fysieke oorlogvoering?


Reflectie 4 • Oordelen

Oordeelt niet naar wat voor ogen is, maar oordeelt de rechtvaardige beoordeling (Johannes 7:24). Woorden van de Heere Jezus op het (Loofhutten)feest tegen de menigte toen Hij geoordeeld werd. De lijn doorgetrokken, hoe oordelen wij, specifiek hoe oordelen wij Israël? Een reflectie.

Oordelen. Het staat er gebiedend: oordeelt! Twee keer. Oordelen is scheiden, onderscheiden, kiezen. Dus oordelen is de weg tot het vormen van je mening, je keuze. Persoonlijk. Dit oordelen moet niet zijn naar wat voor ogen is, maar dé rechtvaardige beoordeling.

Rechtvaardig. Wat is dat? Het houdt 2 aspecten in. Zie Deuteronomium 25:13 e.v.. Kortgezegd: 1 steen, 1 maat. Niet 2 stenen en 2 maten, niet elk een kleine en een grote. M.a.w. zoals we onszelf beoordelen, zo moeten we ook anderen beoordelen. Met hetzelfde gewicht en met dezelfde inhoud. En dat moet zijn volkomen (shalem = vreedzaam) en rechtvaardig (tzedeq = juist, volgens het recht).

Reflectie. (a) Hoe oordeelt Nederland Israël? (b) Hoe oordeelt Israël Nederland? (c) Hoe oordeel jij Nederland en Israël? (d) Tot welke keuzes leiden deze beoordelingen?